Bubbeltjesplastic

11-09-2017 20:46

Het is nog vroeg in de ochtend als ik mijn mok met thee en mijn schaaltje muesli op tafel zet. In een automatische beweging pak ik mijn tablet erbij en verdiep ik me in de situatie rond onze zorgvragers door de rapportages – werkelijk een prachtstukje literatuur op de vroege morgen - van mijn collega’s lezen. Ik heb gelukkig gisteren nog gewerkt en er is dus niet veel nieuws te lezen. Maar dan valt mijn oog op een rapportage van die nacht over een meneer. "De huisarts schreef pijnmedicatie voor. Een uur na inname nog altijd pijn. Meneer belt morgen eigen huisarts."  Pijn? Waarom heeft deze meneer pijn? Als ik verder lees zie ik dat hij die avond gevallen is. Hij is gevallen en heeft pijn. Ik voel dat ik een vuist maak. Potverdikkie. Hij is gevallen.

“Kan dit nog veilig? Zijn er geen obstakels in de weg? Loopt mevrouw nog goed?  Moet er een rollator komen?” Iedere dag houden deze vragen mij en mijn collega’s bezig. Als de veiligheidspolitie lopen wij door de huizen. Want: onze oudere medemens blijft langer thuis en daar worden ze ook nog eens een stuk ouder! En – hoewel de kwieke oudere dat niet graag zou willen toegeven -  dat ouder worden eist zijn tol. Een been dat niet meer in de maat mee doet, ogen die achteruit gaan, het evenwicht dat te wensen over laat en voeten met verminderd gevoel: het oudere lijf kan soms zó krakkemikkig zijn. Zo fragiel. Zo kwetsbaar.

Maar wij, zorgverleners, zouden geen zorgverleners zijn als we daar niets aan gingen doen. Dus – tot groot (on)genoegen van de oudere medemens – prijkt er op het toilet nu een verhoger van formaat – gut wat hoog!-. Ze zitten op geautomatiseerde ‘sta op stoelen’ met verwarrende knopjes. Ze lopen met een stok of achter rollators – ook wel ‘de rollade’ genoemd-. Voor het toilet en onder de douchestoel liggen veilige anti-slipmatten. Ze lopen met de minst modieuze – maar wel heel veilige – orthopedische schoenen en de bril en het gehoorapparaat zijn altijd binnen handbereik. Als dan na een uur ploegen en zweten alles erop en eraan zit,  gaan we met een gerust hart weg: veiligheid voorop!

En dan vallen ze..

Het is niet veel later die ochtend als ik zijn appartement binnen loop en een steekje in mijn hart voel. Ineengedoken zit hij op de stoel. Hij heeft pijn. Hij heeft nog steeds pijn. Ik ga bij hem zitten en samen bedenken we wat we doen. De pijn heeft alle energie weg geslurpt die nacht en deze meneer – de klassieke ‘ik-regel-alles-zelf-er’ -  laat het regelen van de nodige medische hulp met alle liefde aan mij over.

Later die dag zal blijken dat ook zijn kwetsbare lijf het niet gewonnen heeft van de betonnen vloer van de bijkeuken. En ik zal er nog uren aan denken: Had ik het kunnen voorkomen? Had ik het moeten zien aankomen?

Ik zal het jullie eerlijk vertellen: ik zou het liefst elke ochtend met een rol bubbeltjesplastic langs de deuren gaan. Op beide heupen en de bips zou een zacht kussentje prijken. Op het hoofd een helm. De polsen en de ellebogen strak in de beschermers. Op de scherpe hoekjes in huis zou ook een kussen zitten en de vloer zou zacht zijn. Ze zouden allemaal stevige schoenen dragen en rollators zouden het straatbeeld bepalen.

Maar dan - en dat weet ik zeker - struikelen ze met hun over de drempel als ze naar buiten gaan. Rollend over het trottoir, veilig in hun bubbeltjesplastic. Als mieren achter elkaar aan, rollend naar de supermarkt. Zou ik dan tevreden zijn? Ik denk het niet.