Gesnoeide knotwilgen en klussen op je negentigste

06-05-2017 20:31

Om eerlijk te zijn dacht ik altijd dat ik best een positieve kijk op het leven heb. Ik kan genieten van kleine dingen zoals hardlopen in de ondergaande zon, de geur van pas gemaaid gras, de lach van een ander en de eerste keer slapen op  je bed als het net verschoond hebt. Maar er is altijd baas boven baas.. En die bazen wonen in de wijk waar ik mag werken.

Het is vroeg op de morgen als ik naar mijn auto loop in het schemerlicht van de opkomende zon. Ik probeer de deur van het slot te halen, dit gaat steeds moeizamer de laatste dagen. Het starten levert ook regelmatig enig protest op, een piep en wat gekraakt, maar we rijden! Ik rijd naar het eerste adres als ook het benzinelampje opeens begint te knipperen *. Op hoop van zegen rijd ik verder en hoop ik dat ik mijn eigen auto niet hoef te drukken vandaag. Piep-kraak-piep. De achterklep is weer niet in het slot gevallen.. 
Na een spannend ritje over een landweggetje parkeer ik mijn auto bij het eerste huis van die dag en niet veel later ondersteun ik de dame waar ik voor kom met haar persoonlijke verzorging van die ochtend. Ze heeft dementie en het is moeilijk voor haar om zelf de volgorde aan te brengen in rituelen zoals wassen en aankleden. Ze houdt graag het gordijntje open zodat ze naar buiten kan blijven kijken. Als we rustig samenwerken zet ze opeens grote ogen op en wijst naar buiten. Ik volg haar vinger, ze wijst naar mijn auto. “Wat een mooie auto!” roept ze vreugdig. Ik knipper eens goed met mijn ogen maar het is echt míjn auto waar ze naar wijst. “Nou zal ik eens wat zeggen? Die is van mij!” antwoord ik - een beetje trots- . “Echt waar?” Twee grote ogen kijken me opeens recht aan. “Nou daar wil ik wel een rondje mee rijden met zo’n mooie auto!” Komt er uit als een mooie volzin. Samen kijken we naar de auto die opeens veranderd is van een rammelend wagentje naar een dikke BMW. (ik hoop dat jullie nu allemaal DIKKE BMW roepen in jullie hoofd).

“Jij bent toch de zuster die gaat verhuizen?” Vraagt een dame van bijna negentig aan mij. “Ja dat klopt inderdaad! Wat leuk dat u dat heeft onthouden.” Beantwoord ik haar vraag – oprecht onder de indruk van het feit dat ze dit weet aangezien ook deze dame een geheugen heeft dat haar soms in de steek laat-. Ze wrijft over haar versleten gewrichten die haar dagelijks plagen. “Ja want ik zat er aan te denken. Het is jammer dat ik niet zo ver meer kan lopen want anders kwam ik je helpen met poetsen en klussen hoor! Ik weet goed hoe dat moet, ik doe dat al mijn hele leven. Maar ik kan helaas niet naar je toe lopen denk ik.. Wat denk jij zuster: red ik dat?”. Even zie ik voor me hoe zij mij gaat helpen met klussen. We lachen er samen om maar ik denk dat ze stiekem een plan bedenkt hoe ze bij het huis gaat komen.

Aan het einde van de ochtend rijd ik een straat in waar de mannen van het groenonderhoud net alle takken van de knotwilgen hebben gezaagd. Ik vind dat persoonlijk een erg onnozel gezicht die bomen zonder takken. Sommige knotwilgen zonder takken lijk in mijn ogen ook echt op heel andere dingen dan een boom maar daar zal ik jullie niet mee lastigvallen. Ik deel mijn mening over gesnoeide knotwilgen die ochtend met de stagiaire die naast me in de auto zit. Ze is het met me eens. Niet veel later bellen we aan bij een dame. Ook zij heeft last van een geheugen dat wel eens te wensen over laat en we komen even een praatje maken en kijken hoe het gaat. We zitten voor het raam met een kopje koffie als mevrouw opeens zegt: “Wat een mooi gezicht is dat toch he? Al die bomen weer mooi gesnoeid! Heerlijk! Alles is weer overzichtelijk. Mooi he zuster?”. Met z’n drieën kijken we naar buiten maar ik zie helaas nog steeds zielige knotwilgen.

Tjakka, Emile Ratelband is er niks bij als je het mij vraagt.

   *Ja ja. Ik hoor je denken “opeens?”. Ik ben een van die mensen die precies weet hoeveel kilometer ik normaal op een tank kan rijden en dat aantal kilometers had ik nog lang niet bereikt! Dus het was echt een valstrik